WecoPlay Poster
The surfboard is oblong = De surfplank is langwerpig
round = rond, pointy = puntig, flat = plat
Beschrijf de VORM van iets
The month of July feels short = De maand juli voelt kort
fast = snel, slow = langzaam, late = laat
Beschrijf de TIJD
The basket is full of strawberries = De mand is vol met aardbeien
plenty = genoeg, many = veel, limites = beperkt
Beschrijf een HOEVEELHEID
Adjectives = Bijvoeglijke naamwoorden
Adjectives describe, identify, or further define nouns and pronouns = Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over een zelfstandig naamwoord
The raspberry ice cream tastes sweet = Het frambozen ijsje smaakt zoet
fruity = fruitig, delicious = heerlijk, tangy = pittig
Beschrijf hoe iets SMAAKT
The fish feels slippery = De vis voelt glad
slimy = slijmerig, wet = nat, cold = koud
Beschrijf hoe iets VOELT
The music sounds beautiful = De muziek klinkt mooi
melodic = melodieus, noisy – lawaaierig, loud = luid
Beschrijf hoe iets KLINKT
The beach parasol is yellow and blue = De strand parasol is geel en blauw
red = rood, green = groen, colourful = kleurrijk
Beschrijf de KLEUR van iets
The palm tree is tall = De palmboom is groot
long = lang, small = klein
Beschrijf de MAAT van iets
The girl is happy = Het meisje is gelukkig
eager = gretig, hungry = hongerig, sad = verdrietig
Beschrijf een EMOTIE
The man is old = De man is oud
friendly = vriendelijk, wise = wijs, helpful = hulpvaardig
Beschrijf een PERSOON
Embarrassing to loose my shorts = Beschamend om mijn broek kwijt te raken
funny = grappig, unlucky = pech hebben
Beschrijf een SITUATIE
Quadrilaterals
Quadrilaterals = Vierhoeken
Start here = Begin hier
How many sides does the shape have? = Hoeveel hoeken heeft de vorm?
Triangle = Driehoek, Quadrilateral = Vierhoek, Pentagon = Vijfhoek, Hexagon = Zeshoek, Octagon = Achthoek
Heeft de vorm parallel lopende zijden?
Two straight lines are parallel if they are equidistant – always the same distance apart = Twee rechte lijnen zijn parallel als ze equidistant zijn – de onderlinge afstand blijft gelijk
